Binnen yoga zeggen we: je bent geen lichaam, je hebt een lichaam.
We proberen ons zo min mogelijk met het lichaam te identificeren, maar gebruiken het als middel, gereedschap zo je wil, om onze geest te bereiken. Niet voor niets zegt Patañjali: Yoga citta vritti niroda – yoga is het stilleggen van de wervelingen van de geest. En dan bedoelt hij alle acht stappen van het yogapad, waaronder de asanas (yogahoudingen).
Recentelijk kreeg ik een blessure, waardoor ik eigenlijk geen yogales kon geven, dacht ik. Ik kon niet eens fatsoenlijk rechtop lopen! Tijdens mijn lessen doe ik alle yogaoefeningen (even) mee, terwijl ik ze ook verbaal instrueer. Als yogadocent vind ik het belangrijk dat je de yogahouding niet kopieert maar voelt van binnenuit; dat je yoga doet met lichaam, geest en volledige aandacht. Dat je de yogasana snàpt.
Maar daarvoor hoef ik niet per sé mee te doen, bedacht ik me.
Dus ik heb een verrassingsoverhoring gegeven, ken je ze nog van vroeger, op de middelbare school? De deelnemers kozen een asana die ze fijn vinden of goed kunnen uitvoeren. Dan deden ze de yogahouding voor, terwijl ze vertelden wat er belangrijk aan de houding is en wat ze er bijvoorbeeld fijn aan vinden. En vervolgens deed de hele groep de houding, terwijl ik kon kijken en rondlopen en eventueel corrigeren. Het was hartstikke leuk!
Is mijn lichaam een waardevolle troef in mijn yogalessen? Ja!
Maakt mijn lichaam mij tot wie ik ben? Tot wat ik ben? Tot yogadocent? Nee!
Ik ben yogadocent in hart en nieren; dat is de uitdrukking. Als je hier, in het Westen, vraagt of iemand de hand op het hart wil leggen, dan ligt de hand meestal op de borst. Maar in het Oosten, vooral binnen Boeddhistische maar ook yoga tradities, wordt het hart in het hoofd gelokaliseerd. Bij het brein, het intellect.
En dat intellect heeft een lichaam nodig om te functioneren. Alleen niet altijd een perfect lichaam, zeker geen perfect yogalichaam.
Binnen yoga consolideren we de link tussen lichaam en geest; lichaam en intellect, en werken we met het lichaam zoals het op dat moment functioneert: in het hier-en-nu.